Enige tijd geleden ben ik voorgesteld in de gemeente app als vertrouwenspersoon . Een taak waarvan we allemaal zouden willen, dat deze niet nodig is. Helaas is de werkelijkheid soms anders. In de Visie nummer 41, heeft een artikel gestaan wat het tegendeel bevestigd. Door dit te delen in de nieuwsbrief wil ik de ´veilige kerk´ onder de aandacht brengen met de mogelijkheid om contact op te nemen wanneer je in aanraking bent gekomen met onwenselijk gedrag in de Nieuwe Rank. Mijn contactgegevens zijn, email: bea.huysman@vertrouwenscie.nl en telefoonnummer: 0646558627.
In het artikel verteld Almatine Leene haar ervaring met ongewenst gedrag. Zij werd als 20-jarige theologiestudent aangerand door een ruim vijftig jaar oudere emeritus voorganger. Theoloog Almatine Leene (40) heeft van binnenuit ervaren: helaas is de kerk niet altijd een veilige plek. “Ik dacht: dit is zo ontzettend verkeerd wat je nu probeert…”
“Als ik zondags op de kansel sta, zie ik al die gezichten voor me. Dan schiet het vaak door me heen: hoeveel kinderen, jongeren en volwassenen zitten hier nog met geheimen die ze met niemand durven te delen, omdat dit te kwetsbaar, te onveilig voor hen voelt?”
Almatine is bestuursvoorzitter van Veilige Kerk. Ze ziet “enorm uit” naar de landelijke conferentie die dit netwerk op dinsdag 12 november houdt in Veenendaal. Dat heeft alles te maken met haar eigen levensverhaal, vertelt ze aan de keukentafel in haar pastorie in Hattem.
Wat waren jouw vroegste ervaringen met grensoverschrijdend gedrag?
“Een medestudent, die later ook predikant is geworden, klopte ons – vrouwelijke medestudenten – weleens op de billen. Wat uiteraard helemaal niet oké is. Al waren mijn latere ervaringen, met een emeritus predikant, natuurlijk wel vele malen intenser. Ik was 20, hij 70.”
Over Almatine Leene
Voormalig Theoloog des vaderlands Almatine Leene (1984) is sinds 2020 predikant in Hattem. Ze studeerde theologie in Ede en het Zuid-Afrikaanse Stellenbosch, waar ze haar man leerde kennen en later ook promoveerde. Almatine was de eerste vrouwelijke voorganger binnen de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. Ze schreef diverse boeken en is parttimedocent aan de VIAA Hogeschool in Zwolle.
Een knuffel
Het was iemand die ze goed kende, legt ze uit. “Hij was deel van een familie waar ik veel kwam, en ik huurde een van zijn flatjes. We hadden vaak interessante theologische gesprekken, dus ik keek ook wel een beetje tegen hem op. Op een avond in 2005 zei hij dat hij ‘wat persoonlijke dingen’ met me wilde bespreken, en nodigde me uit mee te komen naar zijn flat. Ik zocht er niets achter. Hij was getrouwd, en zijn vrouw was er altijd.”
Die avond ook?
“Nou, ‘toevallig’ die ene keer niet. Tijdens dat gesprek, in zijn flat, stond hij op. ‘Mag ik je een knuffel geven?’”
Ik was 20, hij 70
Wat dacht je?
“Dat vond ik wel vreemd. Maar omdat we elkaar goed kenden, had ik geen argwaan. Terwijl hij me een knuffel gaf, trok hij me opeens stevig tegen zich aan. Tegelijk drukte hij zijn mond op mijn lippen, ging hij met zijn tong naar binnen, en maakte hij allerlei bewegingen, zeg maar. Toen heb ik hem van me af kunnen duwen. Ik was helemaal beduusd en schrok me wild. Hij zei dat hij had willen testen of er ‘ook een seksueel element’ tussen ons was. Ik ben zo snel mogelijk weggegaan.”
Heb je hier melding van gemaakt?
“Die eerste keer niet. Ik hield mezelf voor: dit is niet gebeurd.”
Je ging het voor jezelf ontkennen?
“Omdat ik er gewoon niet mee om kon gaan. Ik wist niet wat me was overkomen. Ondertussen herbeleefde ik alles, in terugkerende nachtmerries.”
Bleef je wel met hem in contact?
“Ja, te midden van familie. Maar sinds die bewuste avond zorgde ik er altijd voor dat ik hem nooit alleen ontmoette. Er waren altijd anderen bij.”
Hoe kon hij twee jaar later dan toch weer toeslaan?
“In 2007 herhaalde het zich inderdaad bijna. Op een ochtend moest ik zelf naar college. Er zou iemand vanuit het buitenland naar mij toe komen, die moest worden opgehaald vanaf het vliegveld. Dat wilde hij wel doen: hij had tijd. Hij kwam nog even naar mijn flat, om te vragen hoe laat het vliegtuig precies zou landen. Hij stapte naar binnen en wilde me wéér vastpakken. Maar kennelijk zat er al zo’n reflex in mijn lichaam dat ik het acuut doorhad wat hij wilde… Die eerste keer was ik zo perplex dat het wel een paar seconden duurde voor ik me realiseerde wat er gebeurde. Die tweede keer zei ik, heel boos: ‘En nu wil ik je nóóit meer zien – je gaat weg hier!’ De volgende dag ben ik meteen verhuisd. Ik wilde niet langer in een van zijn flatjes wonen. Ik dacht: dit is zo ontzettend verkeerd wat je nu probeert…”
Na die tweede keer heb je het wel gemeld?
Een korte knik. “Ik heb” – haar nagels tikken snel op het tafelblad – “een mail getypt naar mijn predikant, zo van: ‘Hij heeft iets geprobeerd wat twee jaar terug al helemaal mis is gegaan. Dit kan niet. Help me!’ Hij overlegde het met een oudere collega. Daarna kwam zijn voorstel: laten we om de tafel gaan zitten, met die emeritus predikant en mij erbij. Zo van: dan lossen we dit wel even op.”
Walgelijke dingen
Dat zag Almatine niet zitten, gaf ze direct aan. Want ze wilde deze oude predikant niet meer onder ogen komen. “Nooit meer. Dus ik dacht, toen ik dit voorstel hoorde: hoe dan? Temeer omdat hij me inmiddels ook was gaan bedreigen.”
Hoe deed hij dat?
“Via sms’jes en telefoontjes, die ik niet opnam. In een brief die hij aan mijn predikant stuurde, schoof hij mij de volledige schuld in de schoenen. En hij bedreigde me: ‘Als je hiermee naar buiten gaat, dan…’ Hij was geschrokken omdat mijn eigen predikant hem al had opgezocht om te vragen wat er was gebeurd.”
Hij wilde me wéér vastpakken
Almatine zucht. “Hij zei de meest walgelijke dingen over mij. Ik wilde die sms’jes en die brief niet lezen. En het ergste vond ik nog dat hij míj wegzette als de schuldige.”
Hij schilderde jou af als ‘de verleidelijke vrouw’…
“… om zijn eigen straatje schoon te vegen. Het lag volgens hem aan hoe ik eruitzag, hoe ik me kleedde, hoe ik me gedroeg, enzovoort. En tegelijk: ‘Ik móét je spreken, dit móéten we oplossen. Ik móét je zien. Je móét opnemen als ik bel.’ Heel dwingend.”
Helemaal alleen
“Daardoor ben ik extra bang geworden”, vervolgt ze. “Al die jaren daarna was ik doodsbang dat ik hem zou tegenkomen. Mijn predikant heeft me wel die brief laten zien, met vijf kantjes aan beschuldigingen. Die heb ik verscheurd, omdat het leugens waren. Nadien heeft mijn predikant niets meer van zich laten horen, wat een enorme teleurstelling voor me was. Dat heb ik hem later ook wel teruggegeven. Gelukkig erkende hij dat hij niet goed had gehandeld. Want hierdoor kreeg ik het gevoel: ik sta er helemaal alleen voor. Als hij nou had gezegd: ‘Dit is heel heftig, je moet er iets mee doen’, of ‘Het is jouw schuld niet’… Dat alleen al zou mij enorm hebben geholpen. Nu dacht ik: ik ga het er nooit meer over hebben. De angst voor deze emeritus predikant was helemaal in mijn lichaam gekropen. Als iemand – al was het Frederik, mijn man – mij onverwacht aanraakte, verstijfde ik gewoon van schrik. Letterlijk.”
Onvoorziene aanrakingen
Zelfs tegenover haar eigen man kon Almatine twaalf jaar lang domweg niet praten over wat er precies was voorgevallen. Waarom ze het niet over haar lippen kreeg? “Uit angst”, reageert ze. “En uit schaamte: wat zouden anderen ervan vinden als ze erover hoorden? Het voelde ongelofelijk kwetsbaar.”
Twaalf jaar na dato doorbrak je alsnog het zwijgen?
“Ik was inmiddels predikant en begeleidde een vrouw uit mijn gemeente. Zij had te maken gehad met seksueel grensoverschrijdend gedrag, van de kant van haar ex-man – ook een predikant. Ik stimuleerde haar een formele klacht neer te leggen. Opeens dacht ik: hier klopt iets niet. Ik moedig haar aan iets te doen waar ik zelf voor terugdeins.”
Wie was de eerste die je jouw verhaal vertelde?
“Frederik. Dat was ongelofelijk moeilijk.” Almatine maakt een kokhals-geluidje. “Ik kreeg gewoon letterlijk bijna niet over mijn lippen wat er was gebeurd. En al die emoties erbij…”
Met een hand tegen haar keel: “Nu ik erover praat, zitten mijn emoties meteen weer hoog. Dat ik het moeilijk vond, had te maken met die angst dat ik hem weer tegen zou komen en die nachtmerries. Toen Frederik het verhaal eenmaal had gehoord, heeft hij me echt aangemoedigd een klacht in te dienen.”
Was dat voor jouw gevoel zoiets als een pin uit een handgranaat trekken?
“Inderdaad: doodeng.”
Geworsteld met vergeving
“Er was trouwens nog iets anders wat heel sterk meespeelde, naast de angst voor deze predikant en de nachtmerries die ik had. In die twaalf jaar heb ik ook enorm geworsteld met vergeving. Dat voortdurende stemmetje in mijn hoofd: ‘Je moet vergeven…’ En ergens verlangde ik er ook wel naar. Want ik wilde het kunnen loslaten. Vrij zijn van die angst en die nachtmerries. In principe wilde ik ook vergeven. Maar tegelijk was er het schuldgevoel dat het me niet lukte…”
Je snakte naar innerlijke heling?
“Ten diepste wel. Maar om die vergeving kon ik niet heen. En dus ook niet om de schuld die er lag. Gekoppeld aan een schreeuw om gerechtigheid. Ik verlangde er zo naar dat iemand tegen me zou zeggen: ‘Het lag niet aan jou.’ Het lastige was natuurlijk: het was zijn woord tegen het mijne. Ik dacht: wie zal mij geloven? Kan ik dit ooit bewijzen? Bovendien was er sprake van een machtspositie, wat heel vaak het geval is in dit soort situaties: hij was een gerespecteerde, oudere predikant.”
Achter het scherm
Met bonzend hart diende Almatine een formele klacht in bij de classis, de regionale kerkvergadering. “Het was in die kerk destijds zo: als je dat deed, moest je het gesprek aangaan met degene die het betrof. Toen ik dat hoorde, zei ik: ‘Wacht even, hoe gaan we dan het gesprek aan? Ik wil hem niet zien. Kunnen jullie niet een scherm tussen ons in zetten?’
Het was een ontzettend pittig gesprek
Met veel moeite heb ik dat voor elkaar gekregen. Frederik zat tijdens dat gesprek naast me. Achter het scherm zaten die predikant en zijn vrouw. Zij was ook vreselijk naar mij toe. Het was een ontzettend pittig gesprek. Die collega-predikant bij wie ik het in eerste instantie had gemeld, was er ook bij aanwezig.”
Uiteindelijk is deze emeritus predikant schuldig verklaard en uit zijn ambt gezet?
“Klopt. Daarna heeft hij alsnog zijn schuld erkend. Maar in het gesprek zelf bleef hij mij beschuldigen, en heeft hij de vreselijkste dingen gezegd. Het gekke was: enerzijds gaf hij mij volledig de schuld, maar anderzijds zei hij dat hij nooit met God in het reine kon komen…” Ik voelde ook wel zijn worsteling van: ik ben ver in de tachtig, ga misschien bijna dood, en dit staat nog tussen mij en God in… In dat gesprek heb ik nota bene nog tegen hem gezegd: ‘Hij is een God van vergeving…’”
Het beste
“In een laatste brief die hij mij naderhand heeft geschreven, zei hij dat de klacht die ik had ingediend, het beste was wat hem is overkomen: ‘Al die jaren heb ik jou de schuld gegeven, en daarmee dacht ik vrij te zijn. Maar dat was ik niet.’ Het feit dat hij van anderen moest horen dat hij schuldig was en zijn ambt kwijtraakte, heeft hem uiteindelijk bevrijd. Aan het eind van het gesprek heb ik hem zelfs nog een hand gegeven. Ik wilde mijn jarenlange angst overwinnen om hem in de ogen te zien. Toen ik opstond, achter het scherm vandaan kwam en hem een hand gaf, zei ik: ‘Dit doe ik als teken dat het nu klaar is.’ Mijn schreeuw om gerechtigheid was eindelijk beantwoord.”
Was die oude angst daarmee ook weg?
“Helemaal. Ik besef natuurlijk dat ik bevoorrecht ben. Veel slachtoffers maken helaas nooit mee dat iemand schuld bekent en maken zelfs veel ergere dingen mee als het gaat om seksueel grensoverschrijdend gedrag.”
Heb je achteraf niet vaak gedacht: ik had al veel eerder een formele klacht moeten indienen?
“Tuurlijk! Twaalf jaar is een enorm lange tijd. Het is heel jammer dat mijn oud-predikant het destijds zo onhandig heeft aangepakt. Het had zó anders kunnen gaan. Dan was het gelijk klaar geweest, denk ik.”
Hoe bevrijdend
Almatine is ervan overtuigd dat er nog veel meer mensen in de kerk rondlopen met nooit vertelde geheimen over seksueel grensoverschrijdend gedrag waarvan zij slachtoffer zijn geworden. “Tegen hen zou ik willen zeggen: hoe moeilijk ook, ga er alsjeblieft mee naar buiten. Dat is een supermoeilijk proces, maar uiteindelijk wordt het absoluut beter dan hoe het nu is.”
Vooruitblikkend naar de conferentie van Veilige Kerk, er zijn ongetwijfeld gemeenten die zullen beweren: ‘Bij ons gebeuren zulke dingen niet.’
“Die zijn er nog steeds, helaas. Maar dat is onzin! Dit kan in elke gemeente voorkomen. In elk geval zitten er mensen in elke kerk die hiermee te maken hebben gehad. Alleen al daarom vinden we zo’n landelijke dag belangrijk, om seksueel grensoverschrijdend gedrag bespreekbaar te maken en te voorkomen. Ik hoop dat heel veel voorgangers, ambtsdragers en iedereen die in dit belangrijke en actuele onderwerp geïnteresseerd is, zich aanmelden.”
Stel, iemand leest dit en weet: ik heb me ooit zelf schuldig gemaakt aan seksueel grensoverschrijdend gedrag?
“Ik zou zeggen: onderschat niet hoe bevrijdend het is om alsnog je verhaal te vertellen. Hoe eng dat ook is. ‘Zolang ik zweeg,’ zegt Psalm 32, ‘teerden mijn botten weg.’ Dat geldt voor slachtoffers, maar ook voor daders. Erover praten is de enige weg naar bevrijding. En daarin liggen daders en slachtoffers – en trouwens ook omstanders – lang niet zo ver uit elkaar als we vaak denken.”
Hoe bedoel je dat?
“We hebben allemaal recht, vergeving en genade nodig. God wil ieder van ons genadig zijn: kijk maar naar het kruis. Veel daders hebben trouwens ook hun eigen verhalen van gebrokenheid. Vaak waren ze eerst zelf slachtoffer. Dat gold ook voor die emeritus predikant.” Peinzend: “Nee, ik zie mezelf niet alleen maar als slachtoffer, ik ben ook moeder, potentiële omstander, en zit als predikant in een machtspositie, waardoor ik me bewust moet zijn van grenzen. En in dat alles kan ik hopelijk helpen seksueel grensoverschrijdend gedrag te herkennen, aan te pakken en te voorkomen.”